Datum | Locatie |
Logboek |
zo 1 feb | Indische Oceaan |
Lekker dagje. Relaxed zeilen, de zee is tamelijk kalm. We slapen overdag wat bij en zijn ontzettend lui. Ik heb helemaal NIETS gedaan, behalve lezen. Het enige dat JG heeft gedaan is het leegpompen van de bilge. Daar bleek namelijk toch weer wat water in de staan. Zout, wel te verstaan. Na wat onderzoek kwam JG erachter dat dat deze keer wordt veroorzaakt doordat we een pietsie speling hebben in het roeraslager. Dat wisten we al in Trinidad, maar het kon geen kwaad. Nu is de speling kennelijk iets groter geworden, want het lekt een druppel bij elke beweging van de boot (dus alleen als we varen). Geen drama dus, maar het lager moet wel een keer worden vervangen. In Nederland of zo. Na het eten werden we verrast door dolfijnen. En hoe!!!!! Echt een enorme groep dolfijnen, die steeds groter leek te worden, speelde om onze boot heen. Vooral voor de boeg, maar ook naast en achter ons zagen we dolfijnen uit het water springen. Het was een kleine soort, donkergrijs met een lichtgrijze grijns, buik en onderkant van de staart. Er moeten minstens 50 dolfijnen vlak bij de boot geweest zijn, en waarschijnlijk was de groep meer dan dubbel zo groot. Dit gaat echt nooit vervelen. Wat een geweldige beesten zijn het toch. Het lijkt wel alsof ze proberen om de boeg te raken. Ze komen schuin van achteren naar de boeg, en lijken dan hun lijf te kantelen alsof ze met hun vin Pinical willen aanraken. Dat willen ze schijnbaar allemaal,want het altijd druk bij de boeg. Ze buitelen over elkaar heen, springen af en toe uit het water, en halen dan adem door het gaatje achter hun kop dat je duidelijk open ziet gaan. Af en toe stijgt er een grote witte bruisbel op naar het wateroppervlak als ze onder water uitademen. Ze maken zijuitstapjes en komen dan weer terug, maken een formatie, zwemmen over elkaar heen, of maken nog een salto. Als je humeur al niet goed was, dan wordt het dat echt wel als je zo'n schouwspel ziet. Fantastisch, hoe vaak je het ook ziet (dat doen we niet, maar toch....). Bijna een uur lang hebben we ervan genoten, toen was het donker en verdween de groep. Helaas geen foto's, het was veel te schemerig. [Chantal] |
ma 2 feb | Indische Oceaan |
's Ochtends bij zonsopgang verwachtten we Sri Lanka te kunnen zien. Als je zo dicht bij land bent, deze keer zo'n 15 mijl, verwacht je dat, maar vaak is dat niet zo. We hebben de hele dag langs de kust van Sri Lanka gezeild, en lieten om even voor 12 uur 's nachts ons anker vallen in de buitenhaven van Galle. De binnenhaven is 's nachts gesloten, en daar kunnen we morgenochtend dus heen. Ondanks de vaak onrustige zee mogen we wel zeggen dat deze tocht over de Indische Oceaan een modeltocht was. Nagenoeg de hele tijd prima moessonwind, volgens het boekje. Dat willen we voor deel 2 en 3 van de Indische Oceaan ook wel!!!! Daar hebben we ook maar een borrel op genomen voordat we in ons nest kropen. Als onze nieuwe autopilot overigens in totaal 5 uur heeft aangestaan, is het veel......... De windpilot en het helmstokstuurautomaatje hebben het meeste werk gedaan. [Chantal] |
di 3 feb - do 12 feb | Sri Lanka Galle |
Heee, da's nou jammer voor jullie...... 10 dagen, en dan maar een kort verhaal. Reden: we vinden Sri Lanka zo geweldig dat we gewoonweg geen tijd hebben (genomen) om de website bij te werken. We lopen nu dus hopeloos achter, en zijn van plan om die schade tijdens de oversteek naar Oman (Salalah) te gaan inhalen. Het plan was om donderdag 12 februari vertrekken we voor die tocht van 1.600 mijl, maar ik ben aan het griepen, dus dat zal wel pas zaterdag of zondag zijn. Iedereen is lyrisch over Oman, dus we zijn benieuwd! Over Sri Lanka kunnen we kort zijn (lang doen we dus later): hier passen alleen superlatieven. Sri Lanka heeft werkelijk alles: een aantal zeeeer oude historische sites die wonderbaarlijk goed bewaard zijn gebleven, enorm veel natuurparken (met olifanten, luipaarden, waterbuffels, vreselijk veel vogels, herten, slangen etc etc etc), het hele jaar door goed weer (aan de west- dan wel de oostzijde), theeplantages, rijstvelden, een Nederlands en Engels koloniaal verleden, het lekker drukke Aziatische sfeertje, geweldige houten trucks, een prachtig binnenland, en voor de liefhebbers veel mooie stranden en surfgolven. En het is nog werkelijk erg onbedorven, het grote toerisme heeft Sri Lanka nog niet ontdekt. De keerzijde van deze onbedorvenheid, namelijk de slechte en kleine wegen waardoor het lang duurt om van A naar B te komen, plus het feit dat de Sri Lankese hotels doorgaans nog niet echt naar Westerse normen zijn, neem je dan graag op de koop toe.
We zijn hier heel dubbel in. Aan de ene kant willen we iedereen enthousiast maken voor Sri Lanka, aan de andere kant bestaat de kans dat het haar onbedorvenheid kwijtraakt als het grote toerisme Sri Lanka weet te vinden. Foto's zeggen meer dan duizend woorden (goed excuus he!!), dus vandaar een flinke fotopagina. Trouwens, dat wij onze website niet bijwerken wil niet zeggen dat jullie ons moeten straffen door en masse NIET te bellen als jullie de kans hebben!!!!!!!!!! Via een carrier-select nummer kunnen jullie ons bellen voor minder geld dan naar een Nederlands mobiel nummer!!!!!!!!!!! Volgen Wouter ca 16 cent via 1649! Uitzoeken op www.bellen.com ? [Chantal] |
di 3 feb | Sri Lanka Galle |
De eerste indruk van een land komt bij mij vrijwel altijd van de autoriteiten vanwege de formaliteiten. Scheren, lange broek en polo aan en nette map meenemen maakt dat het meestal gesmeerd gaat, ondanks de vele horror-stories die rond gaan. Ikke ben echter simpel en ga er vanuit dat als ik normaal en respectvol doe, dat zij dat ook doen. Je gaat in NL per slot van rekening ook niet in je zwembroek naar de supermarkt of een nieuw paspoort aanvragen? Ook hier werkt dat prima.
Veel hoef ik niet te doen; de (verplichte) agent (200 U$,
waarvan 135 taxes......) regelt alles, alleen de douane wil aan boord komen zo vertelt hij. Waarom wordt even later duidelijk; hij heeft het druk, de formulieren zijn niet belangrijk ("later later"), hij wil enkel een present. "Whisky Whisky" zegt ie wel 3 keer. Die ligt echter lekker te ronken onder mijn matras en ik kan hem enkel wat mini-flesjes Panama-rum laten zien. Flesjes van ca. 1,5 U$, maar ik maak hem wijs dat het een heel speciale rum is en hij uiteindelijk, na nog 54 keer vragen en ik "no" zeggen wil hij weg. Ik ook niet kinderachtig en vraag om het tekenen van de papieren en een kopie daarvan voor mij. Met tegenzin voldoet hij daar uiteindelijk aan en gaat weg. Niet nadat hij nog heeft vermeld dat zijn zoontje morgen jarig is waarop ik zijn hand grijp en hem feliciteer. We konden trouwens kiezen uit 2 agenten, de ene iets duurder dan de ander. GAC Shipping is onze agent en heeft als voordeel dat ze 24 uur per dag operen en je ophalen bij de steiger. Dat leek ons eerst onzin, maar het haventerrein is toch wel erg groot en dit is erg makkelijk. Bovendien is het een professionele club en probeert men je dus niet permanent een poot uit te draaien. Onze stuurautomaat-computer ligt bij DHL in Colombo; zij bellen, regelen en zorgen er uiteindelijk voor dat die in Galle terechtkomt via 1 van hun eigen auto's. Die rijd toch regelmatig heen en weer en dus rekenen ze daar niets voor. En dat is, zo blijkt nog vele malen, iets heel bijzonders in dit land......
[JG]
Oef, lastig hoor! Website bijwerken na ruim twee weken..... Het lukt bij de gratie van wat aantekeningen die we hebben gemaakt.....
Het hebben van een agent is hier verplicht. Daarnaast kun je in Sri Lanka een
'nanny' nemen. Binnen een uur nadat we aan de pier lagen kwamen er al
allerlei mannetjes hun diensten aanbieden. Ze regelen alles voor je, vervoer,
tours, diesel, water, gastlandvlaggen (voor $ 1 per stuk ga ik ze ECHT niet zelf
naaien), grote vlaggen, de was, timmerwerk, onderwaterschip schoonmaken,
boodschappen, bootonderdelen zoeken, you name it, en ze doen het. Erg
handig.
Joseph en Mike waren er het eerst. We namen Joseph als nanny, omdat die
zich voorstelde als de broer van Marlin. Over Marlin hadden we goeie verhalen
gehoord, en dus maakten we een afspraak met Joseph om twee uur later naar Marlin
te gaan. Wat we toen nog niet wisten, was dat Joseph een grote lapswans was, die
zich weliswaar voordeed als de broer van Marlin maar in werkelijkheid een neef
was, onafhankelijk van Marlin zaakjes regelde en meer voor zichzelf zou werken
dan voor ons. Maar weet dat maar eens van tevoren. (cruiservrienden, neem MIKE.
Hele geschikte kerel, regelt alles, zonder morren).
Via Marlin regelden we was, nieuwe vloerplaten voor onze bijboot, een nieuwe
Nederlandse vlag, diesel en kregen een SIM-kaart in gebruik zodat we onze
nanny konden bellen als we wat wilden. Very convenient!!!!!! [Chantal] |
wo 4 feb | Sri Lanka Galle |
Vandaag vieren de Sri Lankezen dat ze in 1948 onafhankelijk werden, en er zouden festiviteiten zijn in de stad. Aangezien Galle ongeveer 3 kilometer van de haven ligt, namen we een tuk-tuk. In tegenstelling tot in Thailand zijn
het hier nog echte tuk-tuks, hetgeen niet veel meer is dan een driewielerbromfiets met een soort auto-omhulsel. De tuk-tuk-driver zit in zijn eentje voorin en bestuurt het vehikel met een gewoon bromfietsstuur. Wij zitten achterin op een driezitsbankje, maar ondanks het feit dat zo'n bankje krap is voor 3 personen, zie je soms een oneindige reeks vrouwen en kinderen uit een tuk-tuk stappen. De achterbankjes van de tuk-tuks hebben de meest fantastische dessins, afgedekt door plastic. Vanaf het achterbankje zien we naast de tuk-tuk-driver knullige draadjes naar de richtingaanwijzers lopen, en als een van die draadjes zijn plicht verzaakt, steekt de tuk-tuk-driver gewoon even zijn been of een arm uit. Onze tuk-tuk-driver is Batu, een van Marlins mannetjes. Hoe slecht je humeur ook is, zodra je Batu ziet MOET je wel lachen, want zijn eeuwige grijns splijt zijn gezicht in tweeën en ontbloot zijn hagelwitte tanden.
De stad Galle bestaat uit een oud en een nieuw deel. Het oude deel ligt op een schiereiland, en is nog steeds helemaal ommuurd. Er zijn een stuk of 10 bastions, met namen als Akersloot Bastion, Point Utrecht Bastion en Zwart Bastion. Het is in feite een enorm fort. Er zijn twee toegangspoorten, die vroeger met ophaalbruggen konden worden afgesloten. Batu zet ons net binnen de muur af, en we lopen de Leyn Baan Street af. We wanen ons bijna terug in de koloniale tijd. De gebouwen lijken er nog net zo uit te zien als ze ooit hebben gedaan, er graast een koe onder een boom, we lopen langs The New Old Dutch House, Hotel Weltevreden, het Royal Dutch House Hotel en de Dutch Reformed Church. We lopen rondom de stad over de muur, langs de bastions en talloze bankjes waar zonder uitzondering een vrijend paartje op zit. Nog meer vrijende paartjes zitten verscholen achter paraplu's, nee parasols (veel vrouwen lopen hier met een parasol). Regelmatig wordt ons "Hello
Madam!!" toegeroepen door jongens of mannen. JG bestaat niet. Ze lijken het gewoon bijzonder leuk te vinden om een blonde vrouw aan te spreken, en zijn buitengewoon beleefd. Madam dit en Madam dat. Vanaf de stadsmuur kijk je neer op het cricketveld vlak buiten de oude stad. Zo op het eerste gezicht is dat de enige bijdrage van de Engelsen uit hun koloniale tijd. Cricket is volkssport nummer 2 in Sri Lanka, volleybal is nummer 1. Anders dan de vrijende paartjes en onder bomen picknickende gezinnen is er weinig te merken van de festiviteiten. Misschien zijn we te laat, maar de stad is zo al schattig genoeg. Gisteren had Marlin ons uitgenodigd om vanavond bij hem te komen eten. Om half 7 deden we de poort van zijn huis open, en stapten op het erf met onze fles wijn in een tasje. De oudste zoon van Marlin stond in de tuin, riep zijn moeder, en zette ons neer in twee koloniale tuinstoelen waar je meer in ligt dan in zit. De vrouw van Marlin kwam niet tevoorschijn, het zoontje verdween ook naar binnen, en Marlin was duidelijk niet thuis. Wij voelden ons erg ongemakkelijk, en dat kwam niet door die stoelen. Was Marlin het vergeten dat hij ons had uitgenodigd....? We wierpen steelse blikken naar binnen om te kijken of er niet toch al een diner
klaar was, en probeerden we te luisteren of we potten en pannen hoorden. Nee. Een kwartier later kwam hij aan, op zijn fiets in zijn beste kleding, leek enigszins verbaasd ons hier aan te treffen, gaf ons een hand en zette zijn fiets binnen. In de tussentijd hadden wij bedacht hoe we zijn gezicht konden redden, en begonnen over het feit dat het telefoonnummer van de SIM-kaart die hij ons had gegeven niet klopte. Marlin had een onderonsje met zijn vrouw, die luid roepend van het erf af rende. We kletsten nog wat, en nadat Marlin een tijdje naar binnen was verdwenen, stonden wij op om hem te bedanken en de aftocht te blazen. Maar dat was niet de bedoeling!!!!!!! "But you came for dinner!!!!" We zeiden dat we dachten dat hij andere verplichtingen had, gezien het feit dat het onafhankelijkheidsdag was, maar Marlin deed zijn uiterste best om niet te laten blijken dat hij ons inderdaad was
vergeten. Een voor een druppelden de mannen binnen die we gisteren ook al bij Marlin hadden ontmoet. Kennelijk snel opgetrommeld. Marlin piepte er even tussenuit, en kwam later op de fiets terug met een zakje met inhoud. Ons diner in wording waarschijnlijk. Zijn vrouw was inmiddels druk bezig in de keuken, terwijl wij werden bezig gehouden door de vrienden van Marlin. Na twee uur was het diner klaar, en werd het geserveerd aan een grote tafel in het huis. We voelden ons nog steeds ongemakkelijk, en dat gevoel werd nog eens versterkt doordat er maar twee borden gedekt waren. Dat was kennelijk niet de bedoeling van Marlin, "We eat with you of course", hij pakte nog een bord voor zichzelf, zijn zoontjes schoven ook aan, en de vrienden van Marlin kwamen er ook bij zitten. Allemaal propten ze waarschijnlijk hun tweede diner naar binnen, de vrienden pas nadat wij genoeg hadden.
Marlin klaagde steen en been. Er kwamen nog maar zo weinig jachten naar Galle, en de havengelden ($ 200, inderdaad de duurste haven die we hebben aangelopen) zouden daar debet aan zijn. De concurrentie tussen de jacht service mannetjes is hevig, en soms vals. Zodra de
yachties door de poort van het bewaakte haventerrein lopen, worden ze bestormd door een klein bataljon mannen. Ex-"werknemers" van Marlin die voor zichzelf zijn begonnen, en melden: "Hi, I'm Marlin" of "Marlin doesn't live here anymore" of zelfs "Marlin is dead". Marlin zegt dat hij wacht tot het bataljon "eats the meat", en zich dan netjes en rustig voorstelt aan de
yachties. En dat hij een gezin met 3 kinderen heeft te onderhouden en dat de valse concurrentie vrijgezel is. Zijn fiets is kapot, "Come, look", een nieuwe band
kost zoveel Rupees, en een nieuwe dit zoveel, een nieuwe dat zoveel, en dat kan hij gewoon niet opbrengen. De educatie van zijn zoons is zo duur (ze krijgen na schooltijd extra privé-les). Hij is zooooo zielig. Wij worden er een beetje moe van. Later
vragen we ons af of we misschien zijn uitgenodigd door Marlin omdat we hem hadden verteld dat een boel cruiservrienden
van ons volgend jaar zullen komen. Is het slecht dat we dat denken? [Chantal] |
do 5 feb | Sri Lanka Galle |
We hebben onze boot vandaag weggehaald van de pier omdat er komende dagen
een cementschip komt. Je wilt
niet weten hoe de jachten eruit zien nadat de
cement is overgeslagen. Onze Pinical ligt nu verderop in de haven aan een
van de twee drijvende pontons. Nou ja, dat is een groot woord, het zijn meer speelgoedgoedpontonnetjes van witte plastic, met lucht gevulde drijvertjes.
Als je van de kant op het ponton springt moet je goed uitkijken, anders lig
je in de plomp. En als je erop loopt voel je je zo dronken als een Maleier
(waar komt die uitdrukking eigenlijk vandaan? Ik heb geen dronken Maleier
gezien!).
Gelukkig hadden we hulp, want we moesten Med-mooren (genoemd naar de
Middellandse Zee, omdat die methode daar veel wordt toegepast), en daar zijn
we nog niet zo bedreven in. Dat gaat zo. Je vaart achteruit met je kont naar
het ponton, en gooit al varend je anker uit. Hopen dat ie pakt, want anders
knal je tegen het ponton. Je moet de ketting zo ver laten vieren dat je kont
net niet bij het ponton komt. Voorzichtigheidshalve maakten we ook een lijn
vast van de punt aan een mooring die tussen de twee pontons lag. En dan moet
je vervolgens landvasten van de kont uitbrengen naar het ponton. Dat is heel
handig, als de kont net niet bij het ponton komt. Gelukkig was het niet druk
aan de steiger, en hielpen een paar yachties ons op het ponton en met een
bijbootje. Dat is allemaal prima
natuurlijk, maar ik vraag me altijd af hoe
dat moet als je een flinke zijwind hebt, en er geen hulp is. Dat zullen we
nog wel zien......Het haventerrein waar we liggen is groot, heel groot.
Op verschillende strategische punten staan hoge wachttorens waar een
mannetje de hele dag met een verrekijker naar het terrein zit te kijken. Her
en der op het terrein staan wachthuisjes. Het is goed te merken dat arbeid
hier goedkoop is. En kennelijk broeit er nog steeds wat, ondanks de
relatieve vrede met de Tamils. 's Nachts worden er nog steeds dieptebommen
in de haven gedropt, en de haven is met een ketting afgesloten.
Later horen we dat de prime minister van Sri Lanka onderhandse
afspraken maakt met de Tamils om de vrede te bewaren. Ze hoeven geen tax op
auto's te betalen, hebben het monopolie in de 'autonome' noordelijke
provincies (waar de meeste Tamils wonen) op de verkoop van fruit, groente en
andere levensmiddelen, en hebben verschillende andere voorrechten. Dit alles
resulteert er in dat de Tamils veel rijker zijn dan de Sri Lankezen in de
rest van het land. En het Noorden wás altijd al rijker dan de rest van het
land, omdat Tamils van oudsher veel in andere delen van de wereld als
gastarbeider werken en geld naar huis sturen. Er zijn dus ruim voldoende middelen om de strijd te
financieren. De funds van de Tamils zijn erg groot. Zo is bekend dat
er een tijdje geleden 5 schepen in Sri Lanka zijn gearriveerd met wapens
voor de Tamils. En dus kruipt de prime minister nóg meer in het stof
om de lieve vrede te bewaren, krijgen ze nóg meer voorrechten en tja, waar
eindigt dit verhaal???
De dieptebommen die de Navy dropt, zijn een ander verhaal. Er zijn 10
dieptebommen per nacht. Er worden er 5 afgezonken, de andere helft wordt
door de Navy onderhands verkocht aan de bouw. Hiermee worden rotsen
opgeblazen om wegen aan te leggen. Tussen Navy en bouw zijn er een man of 10
bij betrokken, en voor een ieder blijft er wat aan de strijkstok hangen.
Er zijn plannen om het haventerrein te privatiseren. Japanners zijn
geïnteresseerd en later deze week zien we inderdaad een stel Japanners in
nette pakken een rondleiding krijgen over het terrein. De lokale bevolking
is het er niet mee eens, want zij zou er niet beter van worden. Gevaarlijke
chemie op het terrein, geen plek meer voor de visserboten, die nergens
anders kunnen liggen en nog wat andere redenen.
[Chantal]
"You have to pay duty" zegt de customs-meneer. Ik sta met onze
shipping-agent bij
de poort van het haventerrein met 5 lege jerrycans. Let wel, LEGE
jerrycans; zelfs hier lijkt het me sterk dat ik tax moet betalen voor lucht.
De jerrycans moeten bij het pompstation gevuld worden en alles wat
het haventerrein op- en afgaat moet via de douane in verband met smokkelen
en Tamil-Tiger-aanslagen. So far, so good. Ik ben even niet in de stemming
voor geouwehoer en zeg "No" en verder niets. Wij uit de auto en het
kantoortje in. Bij de poort staan ook altijd 3 miljoen security-meneren en
die komen ook vrolijk mee naar binnen. De customs-meneer gaat zitten en ik,
beetje obstinaat, doe dat ongevraagd ook. Hij begint een heel verhaal in het
Sri Lankees waar ik natuurlijk geen touw aan kan vastknopen. Ondertussen
praat de agent tegen hem, praten de security-meneren tegen hem en tegen
elkaar en 1 ook nog tegen mij "he difficult man". En dat in een hokje van 3
bij 4. Hij kreeg het er warm van en begon steeds harder te praten en met
zijn armen te zwaaien. Natuurlijk wilde hij gewoon een "bribe" maar omdat
het zo'n eikel was had ik daar geen zin in. Het was natuurlijk wel sneller
geweest, maar dit had ik aan de andere kant ook niet willen missen. Nadat ze
met zijn allen circa 10 minuten tegen hem aan hadden gepraat stond hij op en
liep weg. Wij konden weg.
Wij
naar buiten waar Marlin erg nieuwsgierig stond te wachten. Wij met zijn
drieën, de 5 22-liter jerrycans en de 3 vloerpanelen van onze dinghy in de
tuktuk. Die is eigenlijk enkel bedoeld voor 2 personen en een
boodschappentas maar na 5 minuten passen, meten en duwen konden we toch weg.
Bij het pompstation jerrycans eruit en wij, nu niet meer met onze neus op de
knieën, verder naar de timmerman. Die was er niet, maar zijn 2 angstwekkend
magere hulpjes in minuscule lendendoek namen de platen in ontvangst. Geen
woord engels natuurlijk, maar zo'n blanke in hun bloedhete schuurtje vol met
teakhouten tafels en kasten in diverse stadia van afbouw vonden ze toch wel
erg prachtig. Marlin belt later op de dag voor een prijs. Weer in de tuktuk,
terug naar het pompstation om de inmiddels gevulde jerrycans op te pikken.
Na weer lang en passen en meten zat alles er weer in. Alleen was de Tuktuk
nu natuurlijk wel 100 kilo diesel zwaarder...... Terwijl wij zwaar rokend
stapvoets terug reden passeerden de afgeladen autobussen en vrachtauto's ons
op een paar cm afstand en schudde de Tuktuk elke keer hard heen en weer.
Om nog meer gezeur te vermijden hebben we de jerrycans maar bij de agent
achtergelaten om op een andere dag het terrein op te brengen.
Op de heuveltop naast de haven staat het Closenberg hotel. Een oud P&O-officierenverblijf
en werkelijk het schoolvoorbeeld van kolonialisme: wit, groot, alles gewaxt
hout, pluche, enorme veranda's, open ramen met louvre-luiken en
kroonluchters. Het eten was niet te vreten en het regende (!) zelfs even,
maar de entourage maakte veel goed.
[JG] |
vr 6 feb | Sri Lanka Galle |
Luxe hoor, zo'n agent. Het is vanaf ons pontonnetje dik 10 minuten lopen
naar de uitgang van het haventerrein, waar Joseph ons met minibus en
chauffeur op zou halen voor een tour van 4 dagen. Maar wij roepen gewoon via de marifoon onze agent op,
en laten ons met een dikke weekendtas vervoeren naar de poort. Ja, je
betaalt 65 dollar, maar je krijgt er wel wat voor terug.
Joseph stond er niet, maar de minibus en Tissa, onze chauffeur, wel. Na een
half uur kwam Joseph aanzetten, ogenschijnlijk met een kater van een
Chinese party de vorige avond. En wij maar denken dat die boeddhisten op
Poya (volle maan) niet (mogen) drinken..... Maar vervolgens gingen we wel
eerst naar een tempel, waar Joseph een schietgebedje deed van 5 seconden om
een goede reis af te smeken. Dit ritueel zou zich later op de dag, en de
volgende dagen, nog een paar keer
herhalen. Elke keer als er een
boeddhabeeld langs de weg stond (zelfs op de drukste weg van Sri Lanka, de
enige weg die een beetje naar snelweg neigt) met een muntengleufje, werden
er een paar munten ingegooid en de handen vroom geheven. We reden langs
de zuidkust richting Yala-West, een natuurpark, en bezochten onderweg een
ondergrondse tempel. Deze tempel was ondergronds, omdat er eerst een
kunstmatige berg was gemaakt. We zagen een enorm gangenstelsel met allemaal
afbeeldingen van het leven van Boeddha. De Lonely Planet noemt het
neoclassistische kitsch, een tempel met cartoonachtige schilderingen. De
klap op de vuurpijl was een gigantisch, werkelijk afzichtelijk boeddhabeeld
in de openlucht.
We zagen stiltfishers aan de kust. Dat zijn vissers die op
traditionele wijze op een paal die in de zee staat, op sardientjes staan te
vissen. Je wordt onmiddellijk benaderd door vissers die wel even willen
poseren voor een foto (wat wij per definitie weigeren), en die meer
verdienen dan de vissers die werkelijk staan te vissen.
De tocht naar het natuurpark waar we onze eerste echte safari zouden gaan
doen, duurde langer dan we dachten. Omdat de Sri Lankezen een lang weekend
hebben in verband met feestdagen (in Sri Lanka wordt er overigens bijna geen
week de volledige week gewerkt), was het erg druk bij de ingang van het
park, duurde het eeuwen voordat we een kaartje hadden, en nog langer voordat
er een ranger was opgetrommeld die een paar jeeps kon gidsen (normaal 1
ranger per jeep, maar nu was het dus erg druk). Uiteindelijk konden we om
half 4 op pad met een eigen jeepje. Onze jeep-chauffeur werkte al 10 jaar in
het park, en wist binnen 10 minuten op behendige wijze de ranger kwijt te
raken, zodat we de rest van de middag niet in colonne met andere jeeps
zouden hoeven rijden. Hij wees ons van alles aan: "Look, look, ooievaar!!!"
Ik maak geen gein, dat zei hij dus echt.
"Look, blauwe reiger!!" Bijna
accentloos.
Ondanks de relatief korte tijd hebben we de rest van de middag en begin van
de avond alles gezien wat we wilden zien. Olifanten, waterbuffels, herten,
zwijnen, pauwen, allerlei andere soorten vogels, hazen, mongooses (wat is
het Nederlandse woord daar ook alweer voor), neushoornvogels, reeën, land
monitors (een reptiel), krokodillen, apen, noem maar op. Zelfs een luipaard,
al moet ik eerlijk toegeven dat ik dat stipje op die bergrots niet als
zodanig herkende. En zelfs een aantal files van jeeps.......
Aan het eind van de dag wisten we over de schildpadden die hier aan de
zuidkust hun eieren in het zand leggen. Joseph meldde trots dat hij er ook
een had, en dat hij ze ook wel regelde voor toeristen. Ook heeft hij een
luipaardvel op zijn bed liggen, een stuk olifantenhuid, ivoren voorwerpen en
een hoorn van een waterbuffel.
O ja, hij had ook nog 4 stickies ("medicine") geregeld, wilden we er
een?
[Chantal |
za 7 feb | Sri Lanka Galle |
We hebben een lange dag voor de boeg, en vertrekken dus om 7 uur (!). Vanaf het zuidoosten van Sri Lanka steken we dwars door het binnenland door naar de tweede stad van Sri Lanka, Kandy, die iets onder het midden van het eiland ligt. De wegen in de bergen zijn smal en erg hobbelig, en dus rijden we de hele dag door de bergen om een afstand van zo'n 120 kilometer te overbruggen.
De maximum snelheid in Sri Lanka is 72 kilometer per uur, maar die snelheid
haal je bijna nergens, en al helemaal niet in de bergen. Het gaat dus traag,
maar daardoor zie je des te meer. De 5 versnellingen van de auto moeten
natuurlijk wel worden gebruikt, en dus gooit de chauffeur de auto in zijn
vierde versnelling bij 40 kilometer per uur, en in zijn 5 in het
uitzonderlijke geval dat we boven de 60 kilometer komen. Geen wonder dat die
minibus de berg niet op te branden is......
Tijdens de lange rit kijken we uit naar de enige activiteit van vandaag: een bezoek aan een theefabriek. We hadden Joseph op het hart gedrukt om ons niet naar een of andere toeristenplek te brengen, maar belanden uiteindelijk toch bij een oude theefabriek die werkelijk wordt overstroomd door toeristen. We krijgen een rondleiding van wel een kwartier, waarvan ik het meeste niet versta door het lawaai van de machines, en worden vervolgens gedropt bij de onvermijdelijke winkel die bij de fabriek hoort. Wij hebben ons huiswerk gedaan, en weten dat je daar 5 keer zoveel betaalt als elders. We kopen dus niets, Joseph en onze chauffeur Tissa balen, en zien zich kennelijk gedwongen zelf wel wat te kopen. De theeplantages waar we tussendoor rijden zijn wel adembenemend. Mooie plaatjes, soms wanen we ons weer eeuwen terug als we de theepluksters
bezig zien met een mand die ze aan hun hoofd achter op hun rug hangen. Het zijn de armste Sri Lankezen, Tamils van de laagste klasse, die dit werk doen. Per dag verdienen ze nog geen euro.Na gestopt te zijn bij nog meer toeristenplekken waar de prijzen zijn afgestemd op het bestedingspatroon van de toerist (inclusief commissie of gratis lunch/thee voor degene die je erheen brengt), komen we aan in Kandy. We hadden afgesproken dat we graag om een uur of 2 in Kandy wilden zijn om door de stad te struinen (en hadden de grootste moeite om duidelijk te maken dat we dat graag met zijn tweeën wilden doen, niet op de hielen gezeten door Joseph die ons overal naar binnen wilde praten waar hij maar eventueel commissie zou kunnen verdienen), maar zagen de bui onderweg al hangen dat dat wel erg krap zou worden. De tijd vloog, Joseph en Tissa bleken geen gevoel voor realiteit te hebben (althans qua tijd) en uiteindelijk waren we pas om half 4 in de stad bij ons hotel. Ons humeur was onderweg al aanzienlijk gedaald, en toen onze hotelkamer naar urine bleek te stinken, was voor ons de maat vol en we accepteerden de kamer niet. Paniek!!! Alle hotels in Kandy zaten (heee, wat toevallig!) vol, en we werden na een aantal telefoontjes naar een ander hotel gebracht, waar we de kamer inspecteerden. Gedwongen door onze haast om nog door de stad te lopen, accepteerden we hem maar, maar blij werden we er niet van.
Onze geplande halve middag in Kandy werd drie kwartier, want aan het einde van de middag werden we opgehaald om de Kandy Dances bij te wonen. Natuurlijk ook wel een toeristtrap, maar dat wisten we van tevoren, en het is toch leuk om die indrukwekkende kostuums en de traditionele dansen te zien. Na de dansen weigerden we obstinaat het restaurant dat Joseph ons voorstelde (waar hij ongetwijfeld weer iets mee gearrangeerd had), zelfs toen ze ons er toch heen reden om zogenaamd van het uitzicht over het meer bij Kandy te genieten, en kozen zelf ons restaurant uit. Een westers restaurant (lekker puh!), waar we andere yachties tegen het lijf liepen. [Chantal] |
zo 8 feb | Sri Lanka Galle |
King's Garden, ons hotel, heeft alles om er een mooi en goed hotel van te maken. Het is een neoklassiek gebouw met een zekere grandeur aan het meer van Kandy. Maar de vloerbedekking is versleten en vies, er hangen walgelijke wandtapijten aan de muur, er staan doorgezakte mosgroene fluwelen fauteuiltjes uit de zeventiger jaren in de 'lobby' en de kamers, en de verf bladdert overal vanaf. Gooi er een paar ton tegenaan, en je hebt een prachthotel. We ontbeten veel te vroeg op de veranda van het hotel (en leken de enige gasten van het hotel te zijn), want het programma voor vandaag is oneindig. Ondanks onze scepsis bleven Joseph en Tissa volhouden dat we vandaag zowel de Tempel of the Tooth kunnen zien, de Cave Temples in Dambullah, de oude stad Sigiriya én de oude stad Polonnaruwa. In tegenstelling tot wat Joseph meldde toen we met hem over de tour onderhandelden, zou de afstand tussen Kandy en Polonnaruwa nu namelijk niet 5 uur duren, maar 3 uur...... We'll see.We begonnen met de Tempel of the Tooth in Kandy. Het is de belangrijkste tempel voor de Sri Lankezen, want de tand van de laatste boeddha zou in deze tempel in een gouden kistje in een gouden kistje in een gouden kistje (maal 7) worden bewaard. Het is zelfs waarschijnlijk de belangrijkste tempel voor alle boeddhisten, want Sri Lanka wordt
wereldwijd gezien als het centrum van het Boeddhisme. Want ook al is Sri Lanka niet de bakermat van het Boeddhisme, het heeft zich in hier pas echt goed ontwikkeld en is over de eeuwen heen in stand gebleven, waar elders het Hindoeïsme en de Islam opkwamen. Zeventig procent van de Sri Lankezen is boeddhist. Eigenlijk wilden we helemaal niet naar die tempel toe. Als je toch maar beperkte tijd hebt om zoveel mogelijk schatten van Sri Lanka (en dat zijn er veel!!) te zien, moet je selectief zijn. Van wat we erover gelezen hadden werden we niet hilarisch, het schijnt de vraag te zijn of die tand daadwerkelijk in het kistje in het kistje in het kistje zit, en het gebouw zelf, tja ach, wat zullen we ervan zeggen. Maar nadat we
gisteren Joseph al 5 keer hadden moeten uitleggen dat we graag door Kandy wilden lopen, met zijn tweeën, en NIET NAAR DIE STOMME TEMPEL WILDEN, lieten we het nu toch maar gebeuren omdat Joseph beweerde dat er een ceremonie zou zijn. We kregen natuurlijk onmiddellijk een gids aangewezen met de boodschap dat we die zoveel Rupees moesten betalen, werden twee keer gefouilleerd (in de voor mannen en vrouwen gescheiden toegang) en moesten door 2 poortjes met detectoren omdat er een aantal jaren geleden een bomaanslag is geweest waarbij 17 mensen omkwamen. Er was geen ceremonie, en de tand van de Boeddha heeft volgens de afbeeldingen op de schilderingen in de tempel het formaat van een flinke koeientand. We moeten oppassen dat we deze tour niet laten bederven door ons te ergeren aan de trucs van Joseph, want Sri Lanka is werkelijk fantastisch. Het heeft alles wat we willen: geweldige oude historische sites uit de Koningentijd, een koloniaal verleden, een erg mooi binnenland, natuurparken, mooi weer, alles.
Joseph en Tissa brachten ons vervolgens naar het volgende hotel, in Dambullah, voordat we verder op pad gingen. Voorzichtig geworden lieten ze ons eerst de kamer inspecteren, die we prima vonden. Het programma werd vervolgens weer omgegooid. In plaats van naar de Cave Temples in Dambullah, gingen we eerst naar Polonnaruwa. Dit vonden we niet erg, want Polonnaruwa stond hoog op ons verwachtingenlijstje, Dambullah iets minder. Bij Polonnaruwa aangekomen, werd ons gevraagd of we een gids wilden, wat we obstinaat weigerden omdat die ongetwijfeld weer extra geld moet hebben, en we het gekonkel van Joseph zat waren. Joseph is uiteindelijk onze gids, dus waarom zou je er dan nog een nodig hebben? Achteraf hadden we spijt, want Joseph, die zich gedwongen voelde om met ons mee te gaan, bleek nog minder van Polonnaruwa te weten
dan wij en dan onze chauffeur Tissa. Eigenlijk jammer dus. Niettemin was Polonnaruwa erg indrukwekkend. Een
complete stad uit de 14e / 15e eeuw, de koningentijd in Sri Lanka. Het is
werkelijk ongelofelijk welke technieken er in die tijd werden toegepast op
het gebied van water. Er ging geen druppel verloren. In heel Sri Lanka's
zijn overal tanks te vinden waarin water werd verzameld. Dit zijn kunstmatig
aangelegde waterbassins, gebruik makend van de mogelijkheden van de natuur.
In de regentijd werd het regenwater hierin opgevangen, en opgeslagen voor de
droge tijd. Heel Sri Lanka werd op deze manier geïrrigeerd. Onnodig om te
zeggen dat Sri Lanka in die tijd een zeer rijk land was en een hoge mate van
beschaving had.
Ook in Polonnaruwa is er een enorme watertank, en zagen we tot onze grote
verbazing echte sluizen. Ongelofelijk
dat die techniek om water te beheersen
in die tijd al werd gebruikt. Heel indrukwekkend.
Polonnaruwa is eigenlijk te groot om er in een paar uurtjes doorheen te
fietsen. Het is een stad met verschillende ringen, die zich ver een vrij
groot gebied uitspreidt. In het centrum het paleis van de koning, de
regeringsgebouwen, daaromheen kloosters, overal tempels. Gewoon een complete
stad.
De tijd die Joseph en Tissa voor Polonnaruwa gepland hadden, en die wij
voorzichtigheidshalve al verdubbeld hadden, was absoluut onvoldoende. Hier
moeten we ooit nog een keer naar terug, en dan twee dagen doorbrengen met
een gids.
Na Polonnaruwa reden we weer terug naar Dambulla, en waren net voor
sluitingstijd bij de Cave Temples. In 5 grote grotten zijn enorme
boeddhatempels gevestigd, eeuwenoud. Het zei ons niet zo veel. En we
begrijpen niet waarom die lui tientallen exact dezelfde boeddhabeelden
wilden hebben die de ruimtes omringen. De ene tempel bijna een kopie van de
andere, alleen anders qua afmetingen. Nou ja, het was natuurlijk wel wat
meer dan dan, waarschijnlijk waren we gewoon moe van die duizend treden die
we moesten beklimmen om er te komen.
[Chantal] |
ma 9 feb | Sri Lanka Galle |
Die Alex van ons kan nog een puntje zuigen aan het watermanagement van de
Sri Lankese koningen uit de oudheid!!!!! Gisteren hebben we daar in
Polonnaruwa (14e / 15e eeuw na Christus) al een staaltje van gezien, maar
zelfs in de 4e/5e eeuw na Christus konden ze er al wat van. Sigiriya is een
oude stad / vesting, gebouwd door een Sri Lankese koning. Dit heerschap, een
zoon van een concubine van de vorige koning, had de 'echte' zoon verdreven
naar India. Wraak dreigde, en dus liet hij een vesting bouwen. En wat voor
een!!! Dit houd je gewoonweg niet voor mogelijk.
Uit de bos-/jungleachtige omgeving piept ineens een enorme rots met een
platte
bovenkant naar boven. Een beetje zoals het bekende Uluru in
Australië, maar dan wel een maatje kleiner, en niet rood. De begroeiing om
de rots is destijds weggehaald en binnen dikke vestingmuren is een compleet
...., ja hoe noem je dit eigenlijk......, gebouwd met verschillende tuinen,
terrassen, gangen en bovenop de rots een compleet paleis met baden en al.
Je komt Sigiriya binnen waar vroeger de poort was. Binnen de muren loop je
eerst tussen symmetrisch aangelegde watertuinen, compleet met baden en
fonteinen die nog steeds werken bij regenval. Op dit niveau waren de
zomerverblijven van de koning en zijn gezelschap. Vervolgens kom je in de
bolder gardens, de rotstuinen. Op ingenieuze wijze zijn trappen,
terrassen en paden aangelegd op verschillende niveaus tussen gladde grijze
rotsen. Overal zie je de overblijfselen van een compleet ondergronds
waterleidingenstelsel. In de bolder gardens zijn tientallen caves,
ook op verschillende niveaus, die vroeger door de koning en zijn
bedienden in gebruik waren. Alle caves waren voorzien van fresco's
van vrouwen met ontbloot bovenlijf (volgens een theorie alle 200 concubines
van de koning, de lucky bastard). In latere eeuwen zijn deze door
boeddhistische monniken als klooster in gebruik genomen, en zijn bijna alle
fresco's door hen vernietigd. Er zijn er een aantal bewaard gebleven,
en die lijken nog als nieuw. Op een hoger niveau aan de buitenkant van de rots was
een gang waarvan de ene muur volledig was beschilderd met fresco's. De
andere muur wordt de mirror wall genoemd, omdat deze volledig was
gepleisterd en met een spulletje met eigeel en andere natuurlijke stoffen
was ingesmeerd op zo'n manier dat de fresco's van de ertegenover liggende
muur er in weerspiegelden.
Tussen de bolders beklim je miljoenen treden naar boven tot je op een
groot plateau aan de andere kant van de rots bent. En dan zie je de
Lion's Paws. Werkelijk enórme klauwen van een leeuw. ik schat dat deze
klauwen op zichzelf al een meter of 5 tot 10 hoog zijn, dus je kunt je een
voorstelling
maken hoe groot de leeuw in zijn geheel was. Helaas is de rest
van de leeuw niet bewaard gebleven, maar deze leeuw vormde de hoofdingang
naar het paleis bovenop de rots, waar de koning met zijn gevolg in de
regentijd verbleef. Je ging naar binnen in de bek van de leeuw.
Onvoorstelbaar. Alle muren, gebouwen, en ook deze leeuw zijn gemaakt van
stenen die verdacht veel lijken op onze hedendaagse bakstenen. Zonder
cement. Waar geen muur meer staat lijken uit de rotsen een soort kleine
trappetjes te zijn uitgehakt. In werkelijkheid zijn het geen trappetjes,
maar de fundering voor deze bakstenen.
Na nog een miljoen traptreden kom je bovenop de rots. Ook daar
overblijfselen van muren, ruimtes, complete baden en niet te vergeten
watertanks. Geen druppel water ging verloren in die tijd. Echt heeeeeeel
indrukwekkend. Echt indrukwekkender dan alles wat ik eerder heb gezien,
zelfs Borobudur, Prambanan, Polonnaruwa en Rome vallen hier wat mij betreft
bij in het niet. Zo oud, en er is nog zoveel van over.
Overigens heeft deze vesting de koning
niet geholpen. Toen zijn halfbroer
na jaren uiteindelijk vanuit India op kwam dagen, probeerde de koning hem op
het verkeerde been te zetten door niet in de vesting te blijven, maar zelf
ten strijde te trekken. Hij liep in een moeras, werd verlaten door zijn
mannen, en pleegde uiteindelijk zelfmoord. Geniaal op het gebied van water
en bouwkunde, maar een nul op het gebied van de gewapende strijd......
Ik zou bijna de rest van de dag vergeten. Na Sigiriya gingen we naar het
Elephant Orphanage, wat een grote teleurstelling was. De
werkolifanten die we onderweg in een riviertje zagen baden, samen met de
mannen, gaven een mooier spektakel. En als je ziet dat je als toerist 10
keer zo veel betaalt als een lokaal iemand, gaat de lol er ook wel een klein
beetje van af. Een verschil is wel te rechtvaardigen. Maar niet het
10-voudige.
De reis terug naar de boot was een lange, pas in het donker waren we weer
terug op Pinical. Lekker. Thuis.
Aan het eind van deze 4 dagen zijn we de trucjes van Joseph meer dan zat.
Keer op keer worden we gedropt op een toeristenplek. Lunches in restaurants
waar alleen toeristen zitten en de gids en chauffeur gratis in een
achterkamertje nog luxer eten dan wij (dat had JG stiekem gezien), kaartjes
in het orphanage die zogenaamd van de bewakers gekocht moeten worden
(voor de normale prijs) in plaats van aan het loket, rondleiding in een
theefabriek waar verwacht wordt dat we wat kopen in de bijbehorende winkel,
overal 'gidsen' die we geld moeten toestoppen, hotels die volgens de Lonely
Planet minder kosten dan wat ons wordt gerekend, kaartjes van Sigiriya die
's ochtends in het hotel voor onze neus worden gehouden en die een stempel
hebben van twee weken daarvoor. Pressie om toch vooral in dat ene restaurant
te gaan dineren (diner was niet in de tour inbegrepen). Mooie uitzichtpunten
waar, o wat toevallig, een theehuis is waar de thee meer dan het 10-voudige
kost van thee in een lokale tent.
Het drukt een stempel op deze tour en bederft een beetje de pret. En dat is
jammer. Want Sri Lanka is een geweldig land, en we hebben ontzettend genoten
van deze tour tussen alle irritaties door. Hier komen we zéker nog eens
terug.
[Chantal] |
di 10 feb | Sri Lanka Galle |
Het bedieningspaneel van de koelkast geeft een foutmelding. De accumonitor geeft aan dat we maar 11,9 V spanning hebben, en dat is is wel erg laag. Vreemd. Te laag. Halverwege de middag, na alles te hebben doorgemeten, zijn we er achter dat er één accu ter ziele is. Niet fijn, maar gelukkig is het niet iets ergers. We hadden een accubank van 480 Amp (excl motoraccu), en nu 1/8e minder. Dat is dus te overzien. Verder zijn we vooral moe, en doen dus niks. [Chantal] |
wo 11 feb | Sri Lanka Galle |
Morgen willen we weg, en we willen nog een keertje door het 'nieuwe' deel van Galle stad lopen. Dat is altijd leuker met een doel. Het doel wordt het vinden van een aan- en een uit-schakelaar en een plastic kastje waarvan JG een afstandsbediening voor ons ankerlier kan fabrieken. Dat speeltje staat nog steeds hoog op het verlanglijstje van JG. Nu zijn er zat kleine winkeltjes in Galle waar een allegaartje aan spullen te koop is. De eigenaars doen hun uiterste best om ons te helpen, nemen alle tijd en komen dan tot de conclusie dat ze ons niet kunnen helpen. Tot we in nog een ander klein winkeltje komen waar na drie kwartier blijkt dat ze precies de schakelaars hebben die JG wil. Ik kijk ondertussen mijn ogen uit, want een mager schriel mannetje met een klein sarongetje om zijn middel
schept uit een grote drum klodders vet op vellen plastic folie op een weegschaal, vouwt bij een kilo of 5 het vel folie dicht, en legt het pak bij een stapel andere pakken vet in een kast in de winkel. Waarna hij hetzelfde ritueel nog een keer of 50 herhaalt tot JG tevreden is en zijn schakelaars heeft.
Nu nog een plastic kastje. Dat is lastiger. Na het tiende zaakje geven we het
op, en hebben dan het hele nieuwe deel van binnen en van buiten gezien.
Eenmaal weer op de boot merken we toevalligerwijs dat we een massacontact
hebben. Hoe komt dat nou weer?
En ik blijk koorts te hebben, dus we besluiten om maar niet morgen te vertrekken
en bellen de boodschappen af.
[Chantal] |
do 12 feb | Sri Lanka Galle |
Ik ben ziek. Niet fijn als het zo warm en benauwd is.
JG neemt ons uitgestelde vertrek te baat om te proberen nieuwe
koolborsteltjes voor de motor van onze stuurautomaat te krijgen. Gewoon
preventief, die dingen kosten niks. Zodra hij de behuizing van de motor open
heeft, ziet hij dat een van de veertjes waarmee de koolborsteltjes tegen het
spoeltje worden gedrukt bijna doorgebrand is. Het veertje is nu wat
uitgerekt en drukt tegen de metalen behuizing aan. Wat een toeval, dit is de
oorzaak van het massacontact. Maar vind maar eens zo'n nieuw veertje. Deze
gaat misschien nog een paar uur mee, en daarna is het ' autopilot schluss'.
JG gaat met Batu op stap, en krijgt uiteindelijk zijn veertje in en zaak met
een miljoen dynamo's. Het baasje graait in een bak met honderdduizend
onderdelen, pikt er precies die ene uit, maakt hem open, en daar is een
bijna soortgelijk veertje. Waarvoor we 10 dollar betalen. Tja, wat moet je?
De man vraagt of hij JG nog met iets anders van dienst kan zijn, en JG zegt
voor de gein dynamo dit en dit nummer. De man loopt naar een plank, checkt
een nummer en houdt een dynamo omhoog. Moeten we dit hoofdstuk nou weer
heropenen?
Ook vinden ze een schakelkastje voor onze ankerlier, kant en klaar, precies
zoals JG het wil hebben. Eenmaal weer op de boot gaat JG met zijn baby'tje
aan de gang, en wil mij als hij hem heeft aangesloten trots laten zien. Maar
hij doet het niet...... Ik vind het ontzettend sneu voor JG, maar ik kan het
niet helpen en begin te lachen. Heeft ie eindelijk zijn lang begeerde
kastje, doet ie het niet!!
[Chantal] |
vr 13 feb | Sri Lanka Galle |
Het is vrijdag de 13e. De jachten die wilden vertrekken vanuit Sri Lanka hebben ervoor gezorgd dat ze ofwel gisteren, ofwel morgen vertrekken. Onder geen beding wilden ze op vrijdag vertrekken (zelfs de Dashews doen dat niet, maar ja, die hebben tegenwoordig een motorboot........), en al helemaal niet op vrijdag de 13e.
Ons kon het niet schelen, maar ja, ik heb nog koorts.Hm, nou ik het zeg, vrijdag de 13e heeft toch een klein beetje zijn gezicht laten zien. JG
heeft vandaag de nieuwe vloerplaten voor onze bijboot opgehaald. Drie mooie op maat gemaakte, in de verf gezette platen. JG had ze op het pontonnetje neergelegd om ze later in de bijboot te doen (trouwens wel eens je bijboot als veerpontje gebruikt zonder vloerplaten?? Dat is elke keer weer een circusattractie). "Nee
hè", klonk het 's middags. Vloerplaten weg. Later zag ik ze drijven tussen de enorme hoeveelheid afval die zich ophoopt in de hoek van de havenkom waar onze pontons liggen. Kennelijk zijn door de surge de platen van het pontonnetje afgestuiterd. De hele middag hebben we ze in de gaten gehouden, maar elke keer kwamen ze net niet dicht genoeg bij de kant om ze met een pikhaak te kunnen pakken. Uiteindelijk toch maar met ons wiebelige bijbootje tussen die drijvende rotzooi de platen opgepikt.
Verder maakt JG het relais van de ankerlier voor de zoveelste keer open en
schoon, en ja hoor, zijn afstandsbedieninkje werkt!!!!!! [Chantal] |
za 14 feb | Sri Lanka Galle |
En toen was er weer een dag voorbij..... [Chantal] |
zo 15 feb | Sri Lanka Galle |
Gisteravond had ik geen koorts meer, en dus besloten we om maandag te vertrekken. De boodschappen boodschappen van Mike zijn vanochtend weer besteld, en 's middags komt hij ze al brengen. Terwijl JG met hem mee gaat om te betalen, begin ik de boodschappen op te ruimen. Ik maak de tweede zak open, en zie honderden roodbruine miertjes krioelen. Iiiiieargh!!!!! Ik knoop de zak weer goed dicht, en zet hem achterin de kuip. Ik hoop dat
er geen gaatjes in de zak zitten, want ik kan niet van boord: we liggen te ver van de kant, en de bijboot, die we als veerpontje gebruiken, ligt aan het ponton.
Sinds gisteren is het overigens flink raak. Er loopt een aardige swell de haven
binnen, en dat heeft een flinke surge tot gevolg. Hoe dichter bij de
kant, hoe erger. Ons pontonnetje ligt in een hoek van de havenkom, dus je kunt
je voorstellen dat we lagen te deinen als een gek. 's Nachts werden we er wakker
van. Overdag werd je er bijna zeeziek van. Pinical lag dan weer aan die lijn te
rukken, dan weer aan haar anker, dan weer aan een andere lijn. De andere jachten
idem dito. Een van de 3 lijnen waarmee het ponton aan de kant vastzat, was
gebroken (de oorspronkelijke situatie zie je hiernaast).
Aan het eind van de dag, toen het al donker was, werd het zo erg, dat we ons
hart vasthielden. Zouden de
landvasten het wel houden? Onze buurman lag met een
lijn aan dezelfde boei als wij, maar had daarnaast geen anker uitgebracht. Was
het nou verbeelding of kwam die boei steeds dichterbij?
Knal!! Op het moment dat we besloten om hier niet langer te blijven liggen en
naar de pier te vertrekken, knapte er een landvast. We lagen met 3 landvasten
aan het ponton vast, dus dat was nog geen directe ramp. We riepen onze agent op
en zeiden dat een tweede lijn waarmee het pontonnetje aan de kant vastzat nu ook
was gebroken, dat we naar de pier wilden en hulp nodig hadden. Ze zouden een
paar mannen sturen.
De boei was inderdaad aan het draggen. Onze buurman, waarvan de eigenaars
niet aan boord waren, dreigde daardoor op de rotsblokken van de pier te geraken.
JG klom aan boord, onder het wakend oog van de bewakers van het haventerrein,
die uit het wachthuisje kwamen. Hij trok de lijn naar de mooring aan, en bracht
daar nog een tweede lijn naar uit. Even veilig.
Maar de surge werd zo erg
dat het pontonnetje helemaal krom getrokken werd in een bocht naar de mooring
toe. JG was inmiddels weer aan boord, en ik riep dat we snel een nieuwe landvast
aan een ander deel van het pontonnetje vast moesten maken, omdat anders het
pontonnetje zou breken. Bam!!! Een seconde later was het al zo ver. Een van de
connectiepunten waarmee de witte plastic drijvertjes aan elkaar vastzaten was al
kassiewijle. Het pontonnetje stond nu in een hoek van een graad of 120.
We riepen weer naar het wachthuisje op de kant waar bewakers van het
jachtterrein rustig stonden te kijken naar onze drukke bezigheden zonder zelf de
handen uit de mouwen te steken. We riepen ook nog maar eens onze agent over de
marifoon op, die nog steeds mensen zou sturen en onze boodschap van de toestand
van het ponton en de draggende boei aan de havenmeester had doorgegeven.
Uiteindelijk
kwam de hulp: een bootje met een paar mannen van de Navy. Dat was geen
moment te vroeg, want onze ankerlier was inmiddels spontaan begonnen ketting uit
te vieren, zelfs toen de stroom er af was (JG had net de ketting weer om de
ankerlier gelegd omdat we ankerop wilden. Normaliter borgen we de ankerketting
aan de bolders op het dek, om te voorkomen dat de boot in feite aan haar
ankerlier ligt). Een beetje hulpeloos reageerden de Navymannen op onze
instructiekreten en hielpen de lijnen los te maken. Pffff, we waren los. Nu
moesten we nog aan de pier aanleggen. Omdat de pier zo hoog is, spring je niet
effe op de kant met je landvasten, en dus hadden we ook daar hulp nodig. Ook
daar hielp een veelheid aan mannen ons.
Zodra Pinical veilig vastzat vertrok JG onmiddellijk met de Navymannen om onze
buurman veilig te stellen. Daar was namelijk nog steeds niemand aan boord (er
was NOOIT iemand aan boord, ze kwamen meestal pas thuis als wij al lagen te
snurken, en zagen ze elke dag tijdens ons ontbijt vertrekken. Wat doen die lui
de hele dag?). Nu het pontonnetje bijna gebroken was, en het deel waaraan de
buurman vastzat inmiddels niet meer met een lijn aan de kant vastzat, liep het
jacht des te meer kans om op de klippen te lopen. Onze agent had inmiddels ook
de agent van onze buurman opgeroepen, en inmiddels waren er 3 mannen van deze
agent, en 4 mannen van de Navy. Geen van allen hadden ze er kaas van gegeten,
dus JG nam de leiding en instrueerde de mannen. Van de 3 mannen van de agent was
er één baasje, en die doet natuurlijk niets. Van de Navy waren er twee
baasjes, en die doen natuurlijk ook niets. De bewakers op de kant deden nog
steeds niets. Maar uiteindelijk lag onze buurman veilig aan het tweede
pontonnetje.
Pfffff, wat een hectiek en spanning, zo op de dag voordat we willen
vertrekken........ [Chantal] |
ma 16 feb | Sri Lanka - Indische Oceaan |
"Ik wil die man hier niet alleen laten", zegt JG terwijl hij zijn hoofd naar buiten steekt. Ik sta op de kade, en er gaapt een gat van 1 a 2 meter tussen de kade en Pinical. Die laatste ligt sowieso een
meter of anderhalf onder de pier, dus ik kan zonder hulp niet aan boord. Ik ben net terug van de andere kant van de haven, waar ik een van onze losgesneden landvasten van de kapotte pontonsteiger heb gehaald. JG heeft terwijl ik weg was de springen alvast losgemaakt (de kruislings vastgemaakte landvasten), zodat Pinical alleen nog met de landvasten aan de kade zit. De
Navy is eindelijk aan boord. Dat is noodzakelijk anders mag je de haven niet uit. Wat ze officieel precies willen is ons eigenlijk niet duidelijk. Wat de Navy onofficieel wil, is wél duidelijk. Namelijk alles wat in het zicht of niet in het zicht ligt. We hadden toen we aan de drijvende steiger lagen al een verzoek van een Navybootje gehad om 'onze boot te zien', en dat afgewimpeld met mijn griep als excuus, en liepen daarmee schijnbaar het risico dat de
Navy 's nachts de dieptebommen vlakbij ons zou droppen. "Present!', "Gift!!!" Drank, sigaretten, fototoestel, t-shirts, you name it, alles wil de man hebben. JG zegt overal nee op. Hij wijst op een zonnebril van JG. JG meldt dat die kapot is, laat het hem zien, en de man wijst op de zonnebril
die aan JG's polo hangt. "No that's my only one." Uiteindelijk is het me toch gelukt om op het goede moment aan boord te springen, en JG is klaar met de
Navy. De man vergeet zijn pet mee naar buiten te nemen, ik vind dat wel erg toevallig, maar hoef niet eens wat te zeggen, want JG houdt hem in de gaten als hij weer terugduikt in de kajuit om hem te pakken. Onze man van GAC, onze agent, komt nog even langs. Hoewel hij er niet specifiek om vraagt is het overduidelijk dat hij nog wat wil vangen. Maar wij vinden de $
65 die we aan GAC betalen genoeg, dus we geven hem niets. Zodra hij dat door heeft begint hij op een zielige toon te zeggen: "If I made any mistakes, I am sorry..." "No, you were really very helpful, and you didn't make any mistakes. Thank you very very much", verzekerden we hem monter alsof we niets in de gaten hebben, en pompten enthousiast zijn hand op en neer. "Bye bye!" Om kwart over 11 gooien we de lijnen los, en varen we de haven van Galle uit. Zo vroeg op de dag vertrokken voor een oceaanoversteek, dat is ons nog niet eerder gelukt!
Als we een uur buitengaats zijn vraagt JG: "Waar is mijn zonnebril??!!! Heeft die ........" Die'n dikke kluutzak van de Navy heeft kennelijk toch kans gezien om de zonnebril van JG te jatten. Die kapotte ja. En hij wist dat. We houden net als aan Indonesië een naar smaakje aan Sri Lanka over. Beide landen zijn fantastisch, hebben alles. Maar zijn beide wel relatief arm, en dat is kennelijk op deze manier te merken. We realiseren ons dat iedereen met wie we in Sri Lanka te maken hadden wel iets van ons wilde, met één uitzondering: Mike, onze boodschappenman. Terwijl de mensen met wie wij te maken kregen het niet eens slecht hebben, vergeleken bij anderen. Marlin moet gewoon zelf eens de handen uit de mouwen steken
(volgens JG klinkt dit vreselijk paternalistisch en
neokolonialistisch.....) in plaats van zijn vrouw of kompanen aan het werk te zetten, niet zeuren over de business en zijn kapotte fiets (in meerdere 'recommendation letters' van cruisers die Marlin verzamelt komt die fiets overigens terug. Waarschijnlijk is het gewoon een oud barrel dat hij nog had staan, want toen we hem op de fiets zagen terugkomen had hij een keurige goede fiets) terwijl zijn kinderen dure privé-les krijgen (terwijl het
publieke onderwijssysteem in Sri Lanka erg goed is), of vragen of we een baan voor zijn kinderen
hebben als ze groot zijn, of suggereren dat hij straks naar Nederland komt om voor ons te komen werken. De douane en de
Navy zijn kennelijk gewoon corrupt, en onze GAC man krijgt prima betaald door GAC, een Zweedse Company. En als Joseph al niet genoeg verdient aan de tour op zichzelf, dan verdient hij het wel met de commissies en trucjes onderweg. Jammer is dat. Maar aan de andere kant hebben wij een onvergetelijke indruk van dit land. Het heeft zoveel te bieden!!!! En gelukkig is dat het gevoel dat overheerst. Als we een uur of twee buitengaats zijn hoort JG de bilgepomp regelmatig piepen. Hij doet de motorkist open, en we zien dat de koelwaterpomp lekt. Er spuit een flinke straal zout water door een gaatje in de bovenkant van het pomphuis, waar een koperen boutje in zit. Dit boutje heeft al eerder gelekt, en hoewel JG dat toen heeft weten te verhelpen, is niet duidelijk geworden waarom er daar een gaatje in het pomphuis zit, en waarvoor dat boutje dient. In het servicehandboek van onze motor staat helemaal geen gaatje, en ook geen boutje. Terug gaan naar Galle? En dan zeker weer $
200 ophoesten.... Nee, dat vinden we geen optie. Dan maken we liever een tussenstop op de Malediven en laten een nieuwe koelwaterpomp invliegen. Maar we proberen het eerst zelf op te lossen. Het boutje blijkt te zijn gebroken, en JG vist het bovenste deel uit het gaatje. Het onderste deel is wat lastiger. Elke keer wanneer Pinical een beetje naar bakboord helt piept het deeltje, drijvend op het water, een beetje naar boven. Ik loef wat op om meer helling te krijgen, en uiteindelijk krijgt JG het dingetje met een pincet te pakken. Wat nu? Het gaatje heeft alleen in het onderste deel
nog maar een schroefdraad, en we kunnen er wel een ander boutje indraaien, maar het is de vraag of dat houdt. Bovendien is er dan boven de schroefdraad nog ruimte tussen het boutje en het gaatje, en kan het nog steeds lekken. JG verzint een oplossing met een boutje, twee moertjes en veel gasfittertape. We duimen dat het houdt!!! Anders wordt het geen motoren, geen stroom draaien, uitermate zuinig doen met stroom, geen koelkast, dobberen bij weinig wind en alleen kort motoren bij aankomst in Salalah. Natuurlijk moet er wel wat gebeuren. We hebben een nieuwe koelwaterpomp nodig, en moeten ons erop bezinnen hoe we daar aankomen. Weer het gehannes van op laten sturen of kijken of we ergens in Oman of Yemen zo'n ding kunnen krijgen? Er is ook altijd wat..... [Chantal] |
di 17 feb | Indische Oceaan |
Het is een wonder dat ik elke keer als we weer wat langer aan wal zijn wel weer zin heb in een langere oversteek. Kennelijk vergeet ik elke keer hoe miserabel ik me de eerste dagen voel. Niet alleen moeten we de eerste dagen
altijd inslingeren, maar we realiseren ons dat het wel lijkt of we het juist die eerste paar dagen altijd te verduren hebben met wind en met name een rottige zee. Het zal wel geen toeval zijn, en worden veroorzaakt door de invloed van land op de wind, en de invloed van ondieptes en land op de zeeën. Ook nu is dat weer het geval. Ondanks dat we in het seizoen zitten van de NO moesson, hebben we forse NW tot NNW wind. We moeten naar het WNW dus we zijn niet blij. De wind ruimt later wel wat, maar neemt ook toe tot 25 a 30 knopen. De zee is gemeen en schudt ons alle kanten op. Holle, steile golven maken het leven aan boord er niet fijner op. Binnen zitten is onmogelijk, ik ben verbannen naar de kuip. JG kookt wat te eten, wat een uitzondering is. Ik stel het moment dat ik naar de wc moet zo lang mogelijk uit. Maar wat moet dat moet, en dus verdwijn ik na een half uur moed verzameld te hebben naar de natte cel die klein is en erg warm omdat we het luikje niet open kunnen zetten vanwege de overkomende spray. Alle ingrediënten voor zeeziekte zijn aanwezig, en ik vlucht met mijn bikinibroekje op mijn hielen naar de kajuit om op de bank te gaan liggen. Normaliter helpt dat, maar nu is JG net op tijd met een pan, en voert later de inhoud van mijn maag aan de haaien. Niet echt een stimulans voor hem om weer eens te koken....... [Chantal] |
wo 18 feb | Indische Oceaan |
Na een heerlijk rustige nacht is het vanochtend verder genieten. De wind is lekker ruim, tussen de 15 en 20 knopen, de zee is weer tamelijk rustig. Op het SSB-netje waar we dagelijks inloggen horen we dat een andere zeilboot dik 5 mijl van ons verwijderd is. We checken de radar, en we zien inderdaad een kleine echo. Buiten zien we niets dan water. Na ons ontbijt roepen we de boot op via de marifoon, maar er wordt niet gereageerd. We vragen ons af hoeveel jachten hun marifoon eigenlijk aan laten staan bij een oceaanoversteek. Wij zetten hem alleen aan als we zien dat er schepen in de buurt zijn of op drukke stukken. Zo hoort het natuurlijk niet, maar onze marifoon maakt een massacontact met de romp van Pinical (en dus krijgen we blazen in de verf door de elektrolyse, het aluminium teert cru gezegd een beetje weg), en bovendien scheelt het een paar schaarse Ampères stroom. Later op de dag hebben we daar geen gebrek aan, want vanaf 13.00 uur staat het ijzeren zeil weer bij, en pompt de dynamo onze accu's weer helemaal vol. De wind is uit. De zee is als een spiegel. Elk rimpeltje valt op, de dolfijnen
zijn niet te missen. We spotten ze als ze een meter of 100 van ons verwijderd zijn, af en toe bolt een langzame donkere rug zich op en komt boven water. Even later versnellen ze en dartelen ze om onze boeg. Het water is ongelofelijk glad en helder, en beter zichtbaar krijg je ze niet. Het fototoestel weigert (later blijkt de geheugenkaart onherstelbaar beschadigd, shit, weer een uitgave), dus we pakken het kleine toestel en schieten het weer vol. Jeeee, wat helder!!!!! We krijgen onze reflectie in deze spiegel er gratis bij, kijk maar. [Chantal] |
do 19 feb | Indische Oceaan |
De zee is nog steeds dead calm. 's Ochtends waait het 5 knopen uit het WZW en omdat er de komende dagen geen verandering in zicht is, en onze dieselvoorraad niet oneindig, gaan we toch maar zeilen. Gelukkig hebben we een halve tot een hele knoop stroming mee, dus we maken toch nog tussen de 2,5 en de 3 knopen snelheid. 's Middags ruimt de wind naar het NW, en neemt nog verder af tot 2 knopen. Zeilen gaat niet meer, dus we zetten toch maar weer de motor aan. De zee is net een spiegel. Aan het eind van de middag denken we dat we weer op dolfijnen worden getrakteerd, want we zien een twintigtal meters naast ons wat donkergrijs. Of zijn het nou rimpelingen? We weten het niet zeker. Een tijdje later zien we het ook aan de andere kant van de boot, en net als ik beslis dat het toch dolfijnen zijn, zie ik een vis van een centimeter of 25 uit het water springen. Het zijn geen dolfijnen, het is gewoon een hele grote school vissen!!!! Bijzonder, dat we dit zien.
Sinds we onze in Singapore gekochte laptop gebruiken, loopt die regelmatig vast. We krijgen een blauw scherm met een of andere foutmelding, of de laptop start uit zichzelf helemaal opnieuw op. Sinds we uit Sri Lanka zijn vertrokken is het helemaal pet. We hebben de nieuwe Maxsea versie (ons navigatieprogramma), die Dineke voor ons heeft meegenomen naar Darwin, eindelijk geïnstalleerd (eerder had geen zin omdat die nieuwste versie onze digitale kaarten van Zuidoost Azië niet kon lezen), en sindsdien gebeurt het helemaal vaak. We balen als een stekker, en dat gevoel bereikt zijn hoogtepunt, of eigenlijk dieptepunt, als de laptop zodanig vastloopt dat hij gewoon helemaal niets meer doet. Windows opnieuw installeren lijkt de enige oplossing, dus JG begint met frisse tegenzin aan deze klus. Het blijkt dat we online of telefonisch een nummer moeten aanvragen. Online gaat natuurlijk niet, want onze laptop doet niets, dus het moet telefonisch. Nadat JG het nummer met de satelliettelefoon belt, met knarsende tanden de lange boodschappen van de computermevrouw aanhoort en in etappes het 42-nummerige cijfer dat op het laptopscherm staat heeft ingevuld, worden we doorgeschakeld naar een levende mevrouw, die zegt dat ze ons op dit moment even niet kunnen helpen en of we over een uurtje of zo nog eens kunnen proberen. @!#%@#$%@!!!!!!!!! JG legt uit dat we midden op de oceaan zitten op een zeiljacht, en dat we de komende 10 dagen niet aan land zullen zijn, en of ze niet een uitzondering kunnen maken, of ons terugbellen, maar dat is een moeilijke vraag en de mevrouw weigert. De conversatie wordt minder vriendelijk en uiteindelijk erg onvriendelijk, maar het mag niet baten. Na 10 minuten bellen zijn we geen steek verder. Een paar uur later proberen we het nog eens, en nu hebben we 10 minuten later een code die JG invoert in de computer. Tijdens mijn eerste slaapbeurt installeert JG Windows opnieuw, doet nog wat dingen op de laptop en ........ hij loopt weer vast. We hebben geen flauw idee of het een softwarematige of hardwarematige fout is. Klote. Er is één zekerheid in het leven van cruisers: er is altijd IETS dat het niet doet. [Chantal] |
vr 20 febr | Indische Oceaan |
Het is de afgelopen nachten aardedonker. Er is geen maan, en meestal zie je dan juist de meeste sterren, die op zichzelf meestal ook al behoorlijk wat licht geven. Nu niet, we zien alleen de meest heldere sterren, en het is zo donker dat we zelfs de overgang van zee naar lucht niet kunnen zien. Het enige licht komt van de oplichtende fluorescerende algen als we door het spiegelgladde water snijden. We kunnen ons niet herinneren dat we het 's nachts zo donker hebben gehad. Waarschijnlijk komt dat doordat er al een tijdje geen zuchtje wind staat, en de lucht zwanger is van waterdeeltjes. Overdag is het soms bijna mistig en is het zicht beperkt tot nog geen mijl. Hoewel we een wolkenloze hemel hadden, verdween de zon de afgelopen dagen nog voor de werkelijke zonsondergang aan een denkbeeldige horizon die ruim boven de werkelijke horizon lag. Gisteren hebben we de klok trouwens weer teruggezet. Het is nu 4 uur later dan in Nederland. O ja, het zeilen. 's Ochtends zetten we de motor uit en sukkelen richting Oman met 5 knopen wind. Dat gaat dus niet hard, nog geen anderhalve knoop. Later op de dag bereiken we 7 knopen snelheid omdat de wind oppikte. Gek dat het zo ineens kan veranderen. [Chantal] |
za 21 febr | Indische Oceaan |
Geen leuke dag. JG zit de hele dag met gefronste wenkbrauwen binnen achter de laptop om uit te vinden wat er nou aan de hand is.
Daar valt niet achter te komen, want we krijgen steeds andere foutmeldingen in het bekende blauwe scherm. Of de laptop start uit zichzelf opnieuw op. Misschien ligt het wel aan Windows XP Home, dus JG is een aantal uren bezig om de harde schijf virtueel in tweeën te delen, en vervolgens weer een lange tijd om op het tweede deel van de harde schijf Windows XP Pro te installeren. Ondertussen zit ik de hele dag in mijn uppie buiten, houd de zeilen in de gaten en verveel me. Maar we zeilen in elk geval. En redelijk snel. De wind komt uit het NNO, en we moeten naar het WNW. Halve wind zou je dus denken. Maar nee, want we hebben een aardige ZW-gaande stroming. Onze boot ligt dus een klein beetje schuin op de koers, en we varen dus aan de wind. Nadat JG ook nog eens Maxsea heeft geïnstalleerd op deel 2 van de harde schijf, houden we onze adem in...... Maar nee, even later loopt de laptop weer vast.
Damn. Wat er over blijft van de middag besteden we aan het delibereren over de mogelijke oorzaken, en hoe we door uitproberen dingen kunnen uitsluiten. Allerlei mogelijkheden passeren de revue, en uiteindelijk opper ik met mijn lekenverstand: "Kan het aan de dongle liggen?" De dongle is een stukje hardware dat op een van de poorten van de laptop zit. Het is nodig om onze legale versie van Maxsea te kunnen gebruiken. JG krabt eens achter zijn oren: "Dat zou best wel eens kunnen...." We proberen het uit, starten onze andere Maxsea versie op, zonder dongle. En ........... het gaat goed. Hopen dat het zo blijft, dan zou het opgelost kunnen worden door aan Maxsea een andere wijze van beveilig te vragen. [Chantal] |
zo 22 febr | Indische Oceaan |
Vanaf eergisteren denkt de wind met ons mee. Overdag blaast ie ons lekker hard richting Oman, en 's nachts houdt ie zich wat meer gedeisd zodat we een goede nachtrust hebben. De richting laat wel wat te wensen over, want hij heeft een te grote noordelijke component, zodat we nog steeds aan de wind moeten zeilen, of halve wind. Maar we klagen niet, want het is wel prima. Afgezien daarvan hebben we beiden een
off-day. [Chantal] |
ma 23 feb | Indische Oceaan |
We hadden een mailtje naar Maxsea gestuurd, en hebben vandaag antwoord. Twee zelfs, waarvan een van 2 Mb. De slimmeriken. We hadden zelfs gemeld dat we op de oceaan zitten en de mail met satelliettelefoon binnenhalen. Van een bedrijf dat software maakt voor zeevarenden zou je toch iets anders verwachten. Aan de inhoud hadden we overigens niets.De wind liet het vanochtend even afweten, dus we deden de motor aan. "Piiieeeeeeeeppppppp!", klonk het na een paar uur. Motor te heet. Het boutje dat JG een week geleden in het pomphuis van de koelwaterpomp had gedraaid bleek los te zitten, en het zoute water spoot weer het motorruim in. De schroefdraad was nu helemaal weg, dus er moest een andere oplossing komen. Niet te moeilijk doen, gewoon een nieuwe draad erin tappen en een dikker boutje erin doen. Maar een boot zou een boot niet zijn als dat zo simpel zou zijn. Niet genoeg ruimte voor de draadtapper. Pomphuis eraf dan? Dat is weer een hele operatie, en volgens het werkplaatshandboek (erg handig dat we dat in Lelystad hebben gekopieerd!!) moeten dan de pakkingen worden vernieuwd. Die hebben we niet. Misschien kun je wel het risico nemen om dezelfde pakkingen terug te plaatsen, maar toch maar kijken of het niet anders kan. Uiteindelijk heeft JG met pijn en moeite met een bahco het bitje van de draadtapper weten rond te draaien en een nieuwe draad getapt. Elke keer een zestiende slag, dus je kunt je voorstellen hoe lang dat duurde. Nieuwe bout erin, en het is beter dan nieuw. Ondertussen had de wind precies op het juiste moment zijn gezicht weer laten zien, dus we konden weer zeilen. [Chantal] |
di 24 feb | Indische Oceaan |
Het heeft zijn voordelen, aan de wind zeilen. In plaats van dat je 's nachts van de ene kant naar de andere kant van je bed rolt, liggen we nu permanent over bakboord. We nestelen ons dus tegen de slingerzeiltjes aan, en slapen bijgevolg heerlijk. Voor zover dat onderweg kan dan.
Sinds we een nieuwe laptop hebben ben ik verslaafd. Aan Spider Solitaire. Op de oude hadden we geen Spider Solitaire en deed ik FreeCell, maar inmiddels won ik daar altijd. Het middelste niveau van Spider Solitaire is een grotere uitdaging, want ik win vaker niet dan wel. Het is KOOUUUDDDD! Ik neem mijn woorden terug. De afgelopen maanden heb ik een paar keer beweerd dat ik af en toe wel uitkeek naar het klimaat in de Middellandse Zee. 's Avonds een trui moeten aandoen, en niet permanent een laagje transpiratievocht op je huid, het leek me heerlijk. Bij nader inzien kom ik daarop terug. Brrrrr, wat is het koud. Overdag moeten we (bijna) kleren aan, 's nachts helemaal. Het is dan nog wel 27 graden of zo, maar de wind is frips. Zelf douchen met warm water in het gangboord is een ordeal. Het is vochtig ook. Vandaag is het teakdek aan stuurboord (de loefzijde) de hele dag vochtig geweest. Niet van overkomende spray, maar gewoon vochtig. Omdat die kant in de schaduw ligt, droogt het gewoon niet op. Straks in de Rode Zee piep ik vast wel weer anders. Ik las ergens dat temperaturen van 50 graden daar geen uitzondering zijn...... [Chantal] |
wo 25 feb | Indische Oceaan |
We varen naar het oosten!!!! "Toerist boat, tourist boat!", klinkt het
hard op de marifoon. We zijn even daarvoor wat opgeloefd om een vissersboot te ontwijken. Die was ons vanaf voren van stuurboord genaderd, en wij wilden in geen geval voorlangs voor het geval ze slechte bedoelingen zouden hebben. We antwoorden op zijn oproep, waarop de man wat in het Engels terugbrabbelt, maar het is moeilijk te verstaan. "Come to my boat, come to my boat!!!!", denken we te horen. We piekeren er niet over. Ik heb net vandaag de posities van de (mogelijke) piracy attacks in de Arabische Zee van de laatste 3 jaar in de digitale kaart gezet. Dat zijn er niet heel veel, maar elke attack is er een te veel, en bovendien gaat je verbeelding wel onmiddellijk met je op de loop. Voor de zekerheid trek ik wat aan, die Moslims kunnen vast niet tegen zoveel bloot. "Moet ik dingen gaan wegbergen??", vraag ik aan JG. "Hm, wacht nog maar even."
Ondertussen roept de man nog tig keer "Toerist boat, toerist boat!!" en nog wat erachter aan, waarvan we elke keer "Come to my boat" maken, zijn positie, en iets over 2 graden. We roepen terug dat we hem niet begrijpen. We begrijpen hem werkelijk niet, maar we zijn achterdochtig, en WILLEN hem dus ook niet niet begrijpen. Totdat JG witte tonnetjes ziet. Een drijfnet!!!! Ondertussen verontschuldigt de man zich schattig voor zijn slechte Engels. JG roept dat we hem nu begrijpen en dat we binnen 5 seconden van koers veranderen. "Thank you, thank you, thank you. Thank you, thank you, thank you!" Hij vraagt nog waar we heen gaan, maar we zijn al bezig overstag te gaan. En dus varen we nu naar het oosten. [Chantal] |
do 26 feb | Indische Oceaan |
Er gaat bijna geen dag (en vooral geen nacht) voorbij dat we geen schepen zien. Toegegeven, dat is zwaar overdreven, maar dit is absoluut onze drukste oceaanoversteek. Sinds gisteren is het echt raak. Gisteren zagen we al een aantal vissersschepen, en vannacht voeren we door een hele vloot. Voor de verandering eens tijdens JG's wacht. Ik was blij dat mij die vloot bespaard was gebleven; ik zag tijdens mijn tweede wacht slechts 1 vissersschip. Twee mijl ruimte, dus ik hoefde niets te doen. Dacht ik. Tot ik ineens in de vroege ochtendschemering twee tonnetjes door een kajuitraampje voorbij zag drijven. Ik sprintte naar buiten, zag een drijfnet dat zigzagde naast en voor ons boot op een afstand van niet meer dan 2 tot 5 meter, ontkoppelde de windvaanstuurautomaat, gaf een ruk aan het stuurwiel en we gingen door de wind. Geen tijd om de zeilen te wijzigen, dus die stonden bak. Maar we waren even veilig. Ik riep JG, die de genua inrolde en ik kon weer ademhalen. Jee, daar wil je echt niet in terechtkomen. Geen sprake van dat je
daar overheen kunt varen. De tonnetjes zaten op een meter of 2 a 3 afstand, dus je blijft lekker in die lijn hangen. Die dingen zijn verboden, ze vissen de hele zee leeg, maar hier is het kennelijk nog common practice. Een net van 2 mijl, moet je nagaan. We voeren terug en maakten een rondje om de vissersboot, die zijn net aan het inhalen was. Twee uur later: zelfde laken een pak.Sinds gisteren twijfelen of we Oman niet zullen overslaan. Er zijn een heleboel redenen waarom we dat zouden doen, en maar een paar redenen waarom we dat niet zouden doen. Maar die ene reden in het bijzonder hè.... In Oman worden de konvooitjes gevormd door de cruisers om door de gevarenzone, een strook tussen Yemen en Somalië, te varen. En verder is het natuurlijk gewoon jammer om Oman te missen. En, Lies heeft duizend hints gegeven dat ze post naar Salalah heeft gestuurd....... Aan de andere kant, Oman is om, en met een verblijf van een paar dagen plus omweg kost het zo een week. Als we dan ook Aden aandoen, zijn we pas ergens in de derde week van maart in de Rode Zee. En dat is nogal laat, want maart is de beste tijd om (met name het noordelijke deel van) de Rode Zee te doen. Daarna is de kans op tegenwind in het tweede deel van de Rode Zee aanzienlijk. En dan is 600 mijl langggggg.
En wat zullen we van Oman zien? Het interessantste deel van Oman ligt aan de Oostkust, en wij gaan naar de Zuidkust. De haven is ca 10 km van de stad Salalah, openbaar vervoer schijnt er niet te gaan en taxi's zijn nog duurder dan in Nederland. Zoveel missen we dus misschien niet als we maar een dag of 5 in Salalah zijn. Waarvan de helft quality time en de andere helft bootdingen doen. De koers naar Aden zou een stuk fijner zijn dan naar Oman. We varen nagenoeg de hele tijd aan de wind, net minder dan halve wind, soms hoog aan de wind, en dat zijn we eigenlijk wel beu. Dat hóórt helemaal niet! De wind zou een meer oostelijke component moeten hebben, dan bijna pal noord. Verder zitten wij net in een soort
vacuümpje, er zijn al een aantal jachten richting Aden of al verder, en er zit een vrij grote groep achter ons. Wij zitten er net tussenin, met misschien nog een paar andere jachten. Hoe groot is de kans dat je dan maatjes vindt van ongeveer dezelfde lengte/snelheid, die ook nog eens rond dezelfde tijd willen vertrekken? En hoe zorg je ervoor dat je bij elkaar blijft? En hoe doe je dat 's nachts? Af en toe licht aandoen? Dan ben je ook voor piraten zichtbaar. Communicatie over je positie over de marifoon of SSB is uitgesloten, tenzij je een bepaalde code afspreekt. Trouwens, varen in een konvooi creëert een schijnveiligheid. Van de 8 piratenaanvallen in de laatste 4 jaar was de helft gericht op een groep jachten. Allemaal te vinden op
http://www.imray.com/corrections/images/096P.html. En wat ALS je wordt aangevallen door piraten? Schieten je konvooimaten je te hulp als er met een Kalashnikov wordt geschoten? Zouden wij dat zelf doen? No way. We hebben dus besloten om door te varen naar Aden. [Chantal] |
vr 27 feb | Indische Oceaan |
Gisteren was het nog een verademing toen we onze koers bijna 20 graden konden verleggen naar Aden. Veel rustiger. Aan die relatieve rust is vandaag al snel een einde gekomen, want de wind heeft vrolijk haar koers met ons meeverlegd. En er nog een schepje knopen op gedaan. Het waait tussen de 20 en 25 knopen, de zee is snel opgebouwd, en we hotsebotsen dus weer alle kanten op. JG heeft een paar dagen geleden al het RVS met zoet water afgedaan, want er begonnen zich alweer roestvlekken te vormen (alles, werkelijk álles roest, tot aan de haakjes van mijn BH-bandjes toe). Dat kan straks weer opnieuw, want af en toe komt er een flinke zoute vloed over de kuip.
Op het SSB-netje horen we dat High Drama, een Amerikaans jacht dat we kennen
uit Phuket en Sri Lanka, in een drijfnet verzeild is geraakt. Ze stonden met z'n
drieën op het voordek te bedenken wat ze zouden doen, en voordat een van de 3 te
water zou gaan, maakte de boot uit zichzelf een gijp, en voer zo het net weer
uit.
We hebben de tijd weer teruggezet. Ongelofelijk dat het tijdsverschil met Nederland nu nog maar 3 uur is. Af en toe hebben we echt het idee dat we al bijna thuis zijn. Dat is al een tijdje zo, ik schat zo sinds Singapore. (of val ik nu in herhalingen??) Vooral ook in Langkawi en Phuket, waar het aantrekkelijk is om dingen aan je boot te laten doen of dingen te kopen. Andere (lees meer PK's) buitenboordmotor? Nieuwe dynamo? Nieuwe dit of nieuwe dat? Hm, nee, voor die korte tijd.......? Wat natuurlijk complete onzin is. We moeten ons echt af en toe op de vingers tikken. Het is nog MAANDEN, en word niet te argeloos, want het venijn zou best wel eens in de staart kunnen zitten. [Chantal] |
za 28 feb | Indische Oceaan /
Arabische Zee | Over venijn
gesproken: vandaag kregen we echt de schrik van ons leven.
Omdat de wind de laatste dagen zo hard blaast, laadde de windgenerator
lekker veel. We konden het moment waarop we de motor aan moesten zetten om
bij te laden dus wat uitstellen. We hebben al 6 dagen de motor niet
aangehad, en nu werd het wel weer tijd om wat bij te laden.
We startten de
motor. Hieng-hieng-hieng............niets. Hm, tijdelijke ongesteldheid? Nog
een keer proberen. Hieng-hieng-hieng............niets.
Nog een keer proberen werd wel 30 keer proberen, na van alles gedaan te
hebben. Lucht in het brandstofsysteem? Handmatig brandstof opgepompt met het
brandstofpompje. Niets. Motor gestart op de lichtaccu's in plaats van de
startaccu. Niets. Groffilter vervangen. Niets. Fijnfilter vervangen. Niets.
Via de hoge drukpompjes bij de injectoren ontlucht. Niets. Gekeken of de
stopknop te goed werkte. Niets. Alles nagelopen maar nog steeds: niets. De
startmotor loopt wel, zij het wat langzaam denken we, maar de motor slaat
niet aan. We verdenken het stopmechanisme in de motor zelf, maar weten niet
hoe dat werkt.
Dit is voor een zeiler echt your worst nightmare come true. Je bent
dan wel zeiler, maar die motor is toch tamelijk onmisbaar. Niet alleen voor
stroom, zoals nu, maar ook om veilig te kunnen aankomen en wegvaren. En de
komende dagen is die motor toch tamelijk cruciaal omdat we door een
piratengebied moeten, we permanent snelheid willen behouden, en de motor
willen kunnen starten als dat nodig is. Ik kan me het machteloze gevoel al
voorstellen als je ongewenste bezoekers lijkt te krijgen (meestal zijn dat
geen snelle boten) en dan de motor niet kunt starten om weg te komen.
De paniek slaat nog net niet toe. We verzinnen een uitwijkmogelijkheid: we
kunnen Al Mukalle (een van de plaatsen die door jachten wordt aangedaan)
in Yemen aanlopen, dat vlak voor het beruchte piratengebied ligt, en daar bij het
aanlopen en ankeren assistentie vragen. We bedenken welke stroomverbruikers
we allemaal uit kunnen doen. Instrumenten uit, laptop uit (alleen af en toe
eens om te navigeren), waterpomp uit, licht uit, marifoon (hadden we al)
uit, geen radar gebruiken. Eigenlijk kun je wel zonder de meeste dingen als
het moet. Eens in de zoveel tijd de GPS, de instrumenten en de laptop aan om
het logboek bij te werken en verder uit. We laten grootste stroomverbruiker,
de koelkast nog wel aan: in deze contreien is er weinig kans dat we dingen
als brie, blauwe kaas, salami, fetakaas, Hollandse kaas e.d. bij kunnen
vullen, maar als de accu's te hard leeg gaan moet ie toch uit. We moeten
zuinig zijn met een andere grote stroomverbruiker, de SSB. En dan kunnen we
Al Mukalle nog met halfvolle accu's (veel leger wil je ze niet hebben)
halen.
Om kwart over 6 loggen we in op het SSB-netje op 8161 kH, melden onze
positie en ons probleem. Als de roll-call voorbij is komt ons
probleem aan de orde, en we krijgen adviezen van Apollo en met name
Diva,
die dezelfde motor heeft als wij. We eten onze spaghetti op, en JG probeert
wat te slapen voor half negen. Dan hebben we namelijk een SSB-afspraak met
Dennis en Ank in Nederland (er rust geen zegen op onze SSB-gesprekken, de
laatste keer dat we een afspraak met hen hadden, maanden geleden, hadden we
een bijna-aanvaring met een groot schip), en kunnen we misschien ook om
advies vragen. Maar het lukt JG natuurlijk niet om te slapen, en na een half
uur komt hij weer uit bed om nog wat dingen te proberen. Volgens Diva
moesten we wel 20 minuten handmatig met het brandstofpompje diesel oppompen,
dus JG probeert dat nu langer. En de startmotor lijkt iets sneller te
lopen!!!!! Nog langer dan, JG krijgt er bijna RSI van in zijn duim. Even
later proberen we te starten, en HIJ LOOPT!!!!!!!! We juichen!!! Voorlopig
zijn we even uit de brand.
Maar de vraag blijft: hoe is er zoveel lucht in het brandstofsysteem
gekomen??????
Het is sowieso een bloedstollende dag, want vanochtend
hoorde we op het andere SSB-netje, op 8173 kH, dat er een voorval is
geweest. Het eerste piratengeval van dit jaar. Een Franse boot was wat dicht
bij de Yemense kust (20 mijl) verzeild geraakt en geboard door vissers.
Gewapend met messen en een geweer (dat laatste werd wel niet gebruikt, maar
toch). De vissers wilden geld, de Fransen zeiden dat ze dat niet hadden.
Vervolgens maakten de vissers een rondje van 10 minuten door de boot, pakten
wat ze wilden, en vertrokken weer. Gelukkig dus alleen materiële schade, en
geen gewonden (dat laatste gebeurt helemaal zelden). De boot had nog wel een
noodoproep kunnen doen op de marifoon, en een van de jachten van ons netje
had de noodoproep gerelayed. Er blijkt een marineschip permanent in het
gebied gestationeerd te zijn, met helikopter, die de noodoproep
beantwoordde. De helikopter was redelijk snel ter plaatse, maar aangezien de
Yemense kust zo dichtbij was, waren de vogels gevlogen en niet meer te
vinden. De helikopter bood aan om iemand aan boord te zetten (de Franse
vrouw was schijnbaar nog steeds in paniek) en de laatste mijlen naar Aden te
begeleiden, maar dat bleek niet nodig.
Pffff, dat is toch even flink schrikken. Het komt nu toch wel dicht bij je
bed.
Het enige positieve aan dit voorval is dat statistisch gezien, we de
piratengevallen voor dit jaar zo ongeveer gehad hebben. De kans is zo'n
anderhalve procent.
Nou ja, we bereiden ons zo goed mogelijk voor, maar als het gebeurt dan
gebeurt het. Dan moeten ze maar het nodige pakken, hopen dat ze voldoende
tevreden zijn en ons niet het mes op de keel zetten.
[Chantal] |
zo 29 februari | Arabische Zee |
's Ochtends om 8 uur maakt JG me wakker met de melding dat er een warship
naast ons ligt, waarmee hij contact heeft gehad, en dat ze iemand oversturen
met een RIB om informatie uit te wisselen. En dat ik gewoon kan blijven
liggen, want ze komen niet aan boord. DAT IK GEWOON KAN BLIJVEN
LIGGEN?????!!!!! Ik aarzel geen moment, kruip uit bed en spring in mijn
kleren. We zien een snelle speedboot-RIB op ons afkomen, en even later vaart
de RIB van een meter of 7 naast ons, volgepakt met een stuk of 7
zwaarbewapende commando's in camouflagepakken en een marinier. Ondertussen
varen wij gewoon door. Ze melden dat ze van het Coalition Ship H.M.S. Alban,
Foxtrot 83 zijn. Ze zijn duidelijk Brits, maar voeren een witte vlag met een
rood kruis en het British
Ensign. Ze infomeren hoe het met ons gaat, waar we
vandaan komen, en of we op de hoogte zijn van de problemen in dit gebied. Er
zijn de laatste weken een stuk of 3 a 4 incidenten geweest, en ze adviseren
om minimaal een mijl of 20 uit de Yemense kust te blijven (onze route ligt
zelfs een mijl of 60 uit de kust). Er zijn nog minstens 3 andere coalition ships die
in de Arabische Zee en de Golf van Aden patrouilleren en we moeten geen
moment aarzelen om hun hulp in te roepen. We krijgen een papiertje met de
naam van het schip, de kapitein, een (unsecure!!) faxnummer, een e-mailadres
en een inmarsat telefoonnummer. Niet aarzelen, gewoon bellen is de
boodschap. Jee. We wisselen nog wat koetjes en kalfjes uit, en ze vragen of
we nog iets nodig hebben. Ja, wind, want we motoren sinds gisteravond.
Hebben we voldoende diesel aan boord? Er staat al een jerrycan aan boord van
de RIB, maar we hebben wel genoeg denken we. Hebben we voldoende te eten?
Ja, voldoende om een weeshuis gedurende een maand of 2 te voeden. Vers
fruit? Onze oogjes beginnen te glimmen, en ze overhandigen een vuilniszak
met een stuk of 25 appels, peren en sinaasappels. Nog eens jee!
Een uur
nadat ze vertrokken zijn naar het ZW (wij hebben aangegeven dat er een vrij
grote groep jachten een eind achter ons zit), horen we de marifoon kraken: "This
is coalition warship for ..... craft. We request you alter your course
immediately, or otherwise we will take an action against you." En dat nog
een keer of 30, met tussenposen van ongeveer 2 seconden. Huh? Wat is er aan
de hand???? We denken dat het een ander coalition warship is,
want het
marifoonsignaal is te zwak om van onze vrienden van de St Alban te zijn.
Later op de dag horen we dat Saltaire, het jacht dat het dichtst bij ons
vaart, maar wel richting Salalah, Oman gaat, bezoek heeft gehad van
(waarschijnlijk hetzelfde) warship, althans, van een helikopter ervan.
Dit is toch wel een fijn idee. De kans dat ze op tijd zijn in geval van nood
is natuurlijk niet zo groot, maar we hopen dat er een flinke preventieve
werking van uit gaat.Sinds gisteren is de wind geruimd, dus we hoeven
niet meer aan de wind te zeilen. De kracht is ook afgenomen. Gisteren konden
we nog de hele dag lekker zeilen, maar 's avonds was dat afgelopen. De motor
had dus een goede timing om het weer te doen. Na een nacht motoren hebben we weer voldoende wind om te zeilen en
we hijsen de halfwinder. Lekkere relaxte koers met een briesje.
's Middags worden we getrakteerd op een spektakel
zoals we dat nog nooit hebben gezien. JG is binnen en ik ben met stomheid
geslagen. Ik krijg er alleen maar uit: "JG!!!!, JG!!!!, JG!!!!". Je zou
denken dat ie dan naar buiten vliegt, maar dat duurt toch een paar seconden,
en vervolgens staart JG met dezelfde verbazing als ik naar opzij.
Dolfijnen!! En ze zijn helemaal gek geworden! GEK! Ze springen uit het water
zoals we nog nooit gezien hebben, een meter of 3 de lucht in, salto's in de
lengterichting, salto's in de breedterichting, achterover, enorme hoge sprongen, staartwandelen.
Harderwijk is er vast niks bij.
Jammer dat ze niet hun speeltuin verlaten en bij ons blijven, want het is zo
voorbij.
Echt idioot. Hebben die beesten de gekke-dolfijnenziekte of zo???
We zijn nu ten Noorden van het Yemense eiland Socotra, dat bij de punt
van Somalië ligt, en niet zo'n beste reputatie heeft qua veiligheid. We
beginnen nu in de buurt van de gevarenzone te komen, en het wordt tijd om
ons voor te bereiden. De grootste gevarenzone ligt tussen 48.10 en 48.50
oost, de strook van de Somalische kust naar de Yemense kust (vanwege
de vluchtelingen), en daar zitten we nog een mijl of 250 (dus grofweg 2
dagen) vandaan.
We zijn de hele middag bezig met het verzamelen en verstoppen van onze
waardevolle spullen. Al die dure dollars die we in Bonaire en Panama hebben
gepind omdat je die in de Pacific nodig zou hebben, en die inmiddels een
kwart minder waard zijn geworden, handmarifoon, hand-GPS, fototoestellen,
Iridiumtelefoon, tweede laptop, sierraden, parels enz. Alles vindt een plek.
We zijn erg vindingrijk wat verstopplaatsen betreft: wie denkt er nou geld
te vinden onder in een doosje tampons?
[Chantal] We hebben er ergens een erg dubbel gevoel bij. In de verhalen en
waarschuwingen zit altijd een enorme "overdrijvings-component" (de "Gary-factor"
voor insiders), zeker als het van Amerikanen afkomstig is en ik word daar
altijd een beetje obstinaat van. Imray, een nautische uitgeverij (zie
www.imray.com onder "Red Sea pilot")
heeft alle (indianen) verhalen op een rijtje gezet. Uiteindelijk bleken er
slechts een handvol gevallen over te blijven van toevallige ontmoetingen /
hit-and-run-overvallen en ook dat er geen enkele sprake was van
georganiseerdheid of gebruik van moderne apparatuur.
Aan de andere kant wil je geen enkel risico lopen en jezelf niets kunnen
verwijten. En dus verstoppen we toch maar alles en proberen we een paar
woorden Arabisch te leren. Opnieuw merk ik dat je hoofd lui wordt van dit
leven (of is het gewoon ouder worden????) en dat ik de woorden bijna niet
kan onthouden. Meer knoflook? Minder bier? Ik weet het niet, maar
frustrerend is het wel.
[JG] |